In de Schijnwerper | Jan Pieter Uittenbroek

Nieuws

In de Schijnwerper | Jan Pieter Uittenbroek

dinsdag 30 mei 2023

Jan Pieter Uittenbroek (37) is General Counsel bij Alicia Insurance. Als AFM-vergund bedrijf heeft de verzekeraar met veel regels te maken. ‘Wij proberen ons niet klein te laten krijgen door de regels, maar er het beste van te maken’, zegt Jan Pieter, die als hobby in champagne handelt.
JP Uittenbroek- Schijnwerper

Wanneer en hoe ben je bij het bedrijf waar je werkt gekomen, en wat waren je vorige functies?

Ik werk sinds september 2022 bij Alicia Insurance. Hiervoor werkte ik twee jaar als legal counsel bij Zego, een Londonse insurtech. Een insurtech combineert verzekeringen en technologie. Daarvoor heb ik meer dan acht jaar bij Houthoff gewerkt als advocaat. Bij Houthoff heb ik mij gespecialiseerd in het verzekerings- en toezichtrecht. Ik heb de keuze gemaakt om bij Houthoff weg te gaan omdat een scale-up bedrijf in de verzekeringswereld mij een heel leuke werkomgeving leek, die zowel uitdagend is als modern. Dat bevalt mij nog steeds heel goed.

Naast mijn werk heb ik nog als hobby een handel in champagne. Ik geef samen met een vriend proeverijen en lever champagne van kleine, onbekende, maar goede champagnehuizen.

Als je van advocaat bedrijfsjurist bent geworden, waar moest je dan het meest aan wennen?

Dat juridische problemen maar een onderdeel zijn van de hele bedrijfsvoering en dat het de kunst is om daar op een duidelijke en pragmatische manier mee om te gaan. Bij een jong bedrijf als Alicia gaat alles snel, dus is het kiezen waar je diepgravend onderzoek naar doet en waar dat niet nodig is.  

Heb je een specifiek aandachtsgebied en wat vind je het leukste aspect van je werk?

Ik ben gespecialiseerd op het gebied van verzekerings- en toezichtrecht, maar heb nu met alle aspecten van het bedrijf te maken. Dat is erg leuk een veelzijdig. Het leukst vind ik het spanningsveld tussen de toezichtregels en hoe wij daar mee om kunnen gaan met als doel het beste voor onze klanten.

Wat is typerend voor het bedrijf waar je werkt?

Alicia Insurance is een insurtech. We integreren onze technologie-oplossing in platformen zodat gebruikers op het juiste moment een passende verzekering wordt aangeboden. Dat doen we in principe voor iedereen. De technologie staat centraal en we distribueren zowel verzekeringen van onszelf of van anderen. Om dit nieuwe concept kracht bij te zetten, hebben we als eerste een zzp-propositie met eigen verzekeringsproducten ontwikkeld en succesvol uitgerold. Zo bieden wij bijvoorbeeld embedded verzekeringen aan zzp-ers die klant zijn bij online bank Knab.

Typerend voor Alicia is het verleggen van grenzen. Dingen moeten kunnen als dit uiteindelijk in het belang van de klant is. Dat zorgt ervoor dat we intern veel discussie hebben, maar deze discussie vooral aan gaan met de verzekeraars waar wij mee samenwerken. Het gevolg hiervan is dat ik ook veel vragen van mijn collega’s krijg of iets niet tóch kan.

Kun je een anekdote vertellen van iets dat je meegemaakt hebt tijdens je loopbaan als bedrijfsjurist?

Bij mijn vorige werkgever ben ik lang bezig geweest met het opzetten van verzekeraar. Het vergunningsproces duurt ongeveer een jaar en daarvoor moest ook veel voorbereid worden. Een leuk proces. Dit ging allemaal goed en wij zouden de vergunning waarschijnlijk ook gekregen hebben, maar toen besloot mijn werkgever op het laatste moment de aanvraag in te trekken. Ik kan dus met gemengde trots zeggen dat ik bíjna een verzekeraar heb opgericht.

Waarin onderscheidt de juridische afdeling van jouw bedrijf zich van juridische afdelingen van andere ondernemingen?

Wij zijn een onderneming met een vergunning van de AFM. Hierdoor hebben wij te maken met veel regels: hoe wij onze producten moeten aanbieden, welke informatie we moeten verstrekken, en regels over beloning. Toch proberen wij ons niet klein te laten krijgen door de regels, maar er het beste van te maken. 

Als je iets in het Nederlandse recht zou mogen veranderen, wat zou dat dan zijn?

Met het recht blijft het altijd een spanningsveld tussen de regel en de gedachte achter de regel. In mijn ideale wereld zou de gedachte achter de regel leidend moeten zijn. Als voorbeeld het hierboven genoemde klantbelang, dat is in veel regels vastgelegd zoals over de informatie die je moet verschaffen. Maar zolang je het klantbelang altijd als grootste prioriteit hebt, zouden regels niet nodig hoeven zijn. 

Wie staat de volgende keer in de Schijnwerper?

Leonieke Suurd, Senior Legal Counsel at Royal Reesink B.V.

Sluiten